Pagina's

4.7.11

Jodendom - les 1

Les 1

Achtergrondinformatie voor de leerkracht

Joden dragen vaak keppeltjes op hun hoofd. Dit doen ze uit respect voor God. Joodse kinderen gaan in de synagoge naar jesjiva. Hier leren zij over God door de TeNaCh en de Talmoed te bestuderen. De TeNaCh bestaat uit de Thora, de Nevi’iem en de Chetoeviem. De Thora is het belangrijkste uit de TeNaCh en is een perkamenten rol waarop de vijf boeken van Mozes geschreven zijn. Deze boeken zijn ook de eerste vijf boeken van de Bijbel. De Nevi’iem zijn de boeken van de profeten en de Chetoeviem zijn boeken met verhalen en gedichten. Mozes kreeg van God regels en wetten. De meeste zijn opgeschreven in de Thora, maar Mozes schreef niet alles op. Sommige regels vertelde hij gewoon door. Om deze regels niet te vergeten, zijn ze uiteindelijk toch opgeschreven in de Talmoed. De Talmoed bestaat ook weer uit een paar boeken.

In Exodus 20: 1-21 worden de tien geboden verteld. Deze geboden staan ook in de Thora, want Exodus is het tweede boek uit de Bijbel. Deze wetten gelden dus ook voor de Joden. De wetten die in dit deel van de Bijbel genoemd word, zijn:
1. Vereer naast mij geen andere goden.
2. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.
3. Misbruik de naam van de Heer, uw God niet.
4. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. De aarde is in zes dagen geschapen en op de zevende dag rustte God.
5. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder.
6. Pleeg geen moord.
7. Pleeg geen overspel.
8. Steel niet.
9. Leg over een ander geen vals getuigenis af.
10. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.

De zeven wetten van de Talmoed staan hieronder vermeld:
1. Erken dat er slechts één God is die oneindig is en het Allerhoogste Opperwezen is boven alle dingen. Vervang dat Allerhoogste Opperwezen niet door eindige afgoden, noch door jezelf noch door anderen. Dit gebod houdt ook handelingen in zoals gebed, studie en meditatie.
2. Respecteer de Schepper. Hoe gefrustreerd en boos je ook mag zijn, reageer dat niet af door je Maker te vervloeken.
3. Respecteer mensenlevens. Ieder mens is een hele wereld. Wie een leven redt, redt een hele wereld. Wie een leven vernietigt, vernietigt een hele wereld. Anderen helpen te leven is het logische gevolg van dit principe.
4. Respecteer het instituut van het huwelijk. Een huwelijk is een hoogst Goddelijke handeling. Het huwelijk van een man en vrouw is een weerspiegeling van de eenheid van God en Zijn Schepping. Ontrouw in het huwelijk is een aanslag op die eenheid.
5. Respecteer de rechten en de eigendommen van anderen. Wees eerlijk in al je zakelijke transacties. Door te vertrouwen op God, in plaats van op onze eigen slimmigheidjes en bedriegereitjes drukken wij ons vertrouwen in Hem uit als Diegene die ons onderhoudt.
6. Respecteer Gods schepselen. Aanvankelijk was het de mens verboden om vlees te eten. Na de zondvloed werd dat hem toegestaan, maar met een waarschuwing: veroorzaak geen onnodig lijden van welk schepsel dan ook.
7. Handhaaf recht. Recht is een aangelegenheid van God, maar wij hebben de opdracht gekregen om de nodige wetten te maken en die te handhaven, overal waar dat kan. Wanneer wij het kwaad in de maatschappij in de goede richting ombuigen, zijn wij als partners in het proces dat de schepping in stand houdt.

Materialen
• Verhaal Aäron
• Bijbel


Voor de kinderen
Inleiding

Hallo, ik ben Aäron. Ik ben Joods. Daarom heb ik ook een keppeltje op mijn hoofd op de foto. Dit doe ik uit respect voor God, wanneer ik bid en de naam van God uitspreek. Eigenlijk moet ik mijn keppeltje dag en nacht dragen. Ik draag hem ook als ik naar jesjiva ga. Hier leer ik over God en bestuderen we de TeNaCh en de Talmoed, onze schriften. De TeNaCh bestaat uit de Thora, de Nevi’iem en de Chetoeviem. De Thora is het belangrijkste uit de TeNaCh en is een perkamenten rol waarop de vijf boeken van Mozes geschreven zijn. Deze boeken zijn ook de eerste vijf boeken van de Bijbel. De Nevi’iem zijn de boeken van de profeten en de Chetoeviem zijn boeken met verhalen en gedichten. Mozes kreeg van God regels en wetten. De meeste zijn opgeschreven in de Thora, maar Mozes schreef niet alles op. Sommige regels vertelde hij gewoon door. Om deze regels niet te vergeten, zijn ze uiteindelijk toch opgeschreven in de Talmoed. De Talmoed bestaat ook weer uit een paar boeken. Bij ons is de jesjiva gewoon in de synagoge. De synagoge is de plek waar alle Joden bij elkaar komen. Eigenlijk is het net zoiets als de kerk bij de Christenen, want daar komen de Christenen bij elkaar.

Kern
Exodus 20: 1 -21 wordt voorgelezen en er wordt verteld dat dit ook in de Thora staat. De eerste vijf boeken van de Bijbel staan namelijk ook in de Thora.
Gesprek over: Welke wetten komen voor in dit verhaal? Gelden deze wetten ook voor de Christenen? En gelden deze wetten nu nog? Wat kunnen wij nu nog met de wetten? Kunnen jullie voorbeelden noemen van momenten dat je je wel of juist niet aan een wet houdt? Kinderen zullen dan komen met bijvoorbeeld ‘Gij zult niet stelen’. Is dat een snoepje pakken uit de snoepbakken bij de drogist, of is dat geld stelen van je opa? Of misschien wel allebei? Is het even erg? Hoe zwaar gelden de wetten nu nog? Of bijvoorbeeld ‘Gij mag niet doden’. Geldt dat alleen voor mensen, of mag je ook geen dieren doden?

Afsluiting

Maak een tekening over de manier waarop jij nu met een wet omgaat. Bijvoorbeeld een groot ‘verboden voor – verkeersbord’ met daarin een tekening van het pikken van snoepjes bij de drogist.